Behandeling na COVID-19

Omdat er zo weinig bekend was zijn er bijeenkomsten georganiseerd. Regionaal is een overleg opgestart om te komen tot een RTA (Regionale Transmurale Afspraken). Daarnaast is vanuit  het regionale samenwerkingsverband (FysiQ)  een overleg opgestart, waarbij paramedici en medici kennis en ervaring konden uitwisselen. De kennis die u hieronder vindt is afkomstig uit deze overleggen en uit de scholing die is opgezet om de zorgsector te ondersteunen bij de revalidatie van mensen die COVID-19 hebben doorgemaakt.

 

Symptomen

Opvallende uitkomst van het overleg dat wij hadden in oktober is dat er ondanks de berichten in de media, bij het onderzoek dat de longartsen verrichtten in het Spaarne Gasthuis (SG) geen afwijkingen zijn gevonden bij de Post-COVID groep. Het verzoek was daarom daar geen mensen voor in te sturen.

 

Algemene bevindingen na de eerste en tweede golf waren dat de mensen de volgende verschijnselen konden hebben:

  • Later werd dit vergeleken met de symptomen van de ziekte van Pfeiffer
  • Verlies van conditie, kracht en belastbaarheid
  • Angst en of onzekerheid over het beloop
  • Concentratieproblemen
  • Veel voorkomende pijn in de borst werd geweten aan zogenaamde pleurale pijn en gaat vanzelf over. Belangrijk om daar mensen mee gerust te kunnen stellen.

 

Wij zien in onze praktijk dat in sommige gevallen hyperventilatie een grote rol speelt. Als dat wordt doorbroken is er ook direct een grote verbetering.

Wij zien mensen in alle leeftijden, de jongste nu 27 en de oudste 74.

Een opvallende groep wordt gevormd door de mensen van rond de 50 die een zware, stressvolle werkbelasting hebben.

 

Beloop

 

Het verloop van Post IC mensen is heftiger. De impact van de intensive care is groot en ook mentaal zwaar voor de omstanders. Terugval in conditie is ernstig.

Wij ervaren dat de impact op het lichaam verschillend is. In enkele gevallen is er sprake van een ontstekingsreactie van het longweefsel waardoor zuurstof minder goed wordt opgenomen. Het is nog niet bekend hoe dit zich in de loop der tijd ontwikkelt, maar de bevindingen in de revalidatie zijn bemoedigend. We zien tot nu toe een snelle verbetering van de zuurstofopname bij deze groep. Bij conditiezwakte zien we vooral de hoge hartslag die daar indicatief voor is. Ook dit is een mooie parameter om verbetering te zien tijdens de revalidatie.

 

Start van de behandeling

Vier weken na de besmetting waarbij de symptomen zich ontwikkelen zoals boven beschreven is fysiotherapie de aangewezen behandelvorm, omdat daarbij aandacht kan worden geschonken aan zowel de conditieproblemen alsook de eventuele ademhalingsklachten en of angstklachten. De huisarts blijft de centrale persoon die moet monitoren of de hulp voldoende is en of er meer disciplines moeten worden ingeschakeld, waarbij gedacht kan worden aan ergotherapeut, diëtist of psycholoog.

 

De behandeling

Een specifiek programma is er niet blijkt steeds meer. We hebben wel een protocol ontwikkeld. Belangrijke uitgangspunten zijn:

  • Behandeling volgens het Stepped Care principe. Dit is een stappenplan dat in de huisartsgeneeskunde wordt gehanteerd voor het begeleiden van mensen met psychische problematiek. Dat wil zeggen dat als mensen het zelf redden geen behandeling en al naar gelang de ernst toeneemt meer hulp.
  • In de fysiotherapie moet dus aandacht zijn voor de psychosomatische aspecten. Dit kan voor een aantal mensen afdoende zijn.
  • Voor de groep die qua belastbaarheid, kracht en conditie achteruit is gegaan is conditietraining een must. Belangrijk is dan om middels vragenlijsten en metingen goed in kaart te brengen hoe het ervoor staat. De verbetering die dan wordt gezien geeft een flinke mentale oppepper en ondersteunt het revalidatieproces.
  • We zien tot nu toe dat de meeste revalidanten binnen drie maanden goed herstellen, maar dat kan korter of langer zijn.
  • Bij een afwijkend beloop wordt de huisarts ingeschakeld en hulp gevraagd van b.v. de longarts of revalidatiearts. Ook kan een beroep gedaan worden op sportgeneeskunde.

Vergoeding

De overheid vergoedt de behandeling uit de basisverzekering. Voorwaarde is dat de patiënt toestemming geeft voor onderzoek. De behandeling wordt een half jaar vergoed met een maximum van 50 behandelingen.

 

Voor informatie kunt u terecht bij Arjan de Boer.