Prostaat operaties/begeleiding pre- en postoperatief en bekkenfysiotherapie

Prostaat operaties/begeleiding pre- en postoperatief en bekkenfysiotherapie

Bekkenfysiotherapie rondom prostaatoperaties

Bij een goedaardige of kwaadaardige vergroting van de prostaat kan een operatie noodzakelijk zijn. Er kunnen verschillende operaties toegepast worden, waaronder de TURP (prostaatverwijdering via de plasbuis) en een RPE (radicale prostaatverwijdering via verschillende operatietechnieken). De bekkenfysiotherapeut kan een belangrijke rol spelen in de begeleiding pre- en/of postoperatief.

 

De gewone manier van plas ophouden bij mannen

Continent (droog) zijn is een combinatie van drie zaken; de rechte hoek (90°) tussen de blaas en de plasbuis afgesloten door de interne kringspier, de werking van de prostaat en tenslotte de werking van de bekkenbodemspieren. De bekkenbodemspieren sluiten het bekken aan de onderzijde af, zij hebben een dragende en ondersteunende functie. Met de bekkenbodemspieren kunt u een plas, een windje en/of ontlasting tegenhouden.

De veranderingen die bij de operatie zijn opgetreden

Bij een radicale prostatectomie wordt de prostaat verwijderd met het stuk plasbuis dat daar doorheen loopt. Ook  de interne kringspier komt daarbij te vervallen. De beide delen van de plasbuis worden weer aan elkaar gehecht, waardoor de hoek tussen blaas en plasbuis groter wordt. De rechte hoek is de optimale hoek om de plas goed op te houden, als de hoek groter wordt lijkt de bodem van de blaas op een trechter. Als de plas daarin zit, is het moeilijker deze op te houden. De bijdrage van de prostaat aan het droog zijn, vervalt uiteraard na deze ingreep. Aan de bekkenbodemspieren verandert niets!

Ongeveer een week na de ingreep wordt er met een mictiecystogram (dit is een röntgenonderzoek) gekeken of de plasbuis “waterdicht” is. Als dit zo is, wordt de blaaskatheter, die u na de operatie heeft ingekregen, verwijderd. Uit onderzoek blijkt dat 90% van de mannen die deze operatie ondergaan direct na het verwijderen van de blaaskatheter last hebben van ongewild urineverlies. Een jaar na de ingreep heeft nog 5 tot 10% van de mannen last van incontinentie.

Wat zijn de onaangename neveneffecten na een prostaatoperatie?

Na een prostaatoperatie is er grote kans op urine incontinentie en erectiele disfunctie. De klachten kunnen optreden omdat er door de operatie zenuwbeschadiging is ontstaan. Het normale afsluitmechanisme van de blaas functioneert niet meer optimaal terwijl de bekkenbodemspieren  hun functie wel behouden. De bekkenbodemspieren ondersteunen de afsluiting van de plasbuis bij verhoogde buikdruk (bij hoesten, niezen, tillen, opstaan enz.) en kunnen de aandrang voor het plassen beheersen. Rondom de operatie is het van belang dat de functie van deze spieren zo optimaal mogelijk is om de problemen te voorkomen. De klachten hebben een belangrijke invloed op de levenskwaliteit van de cliënt. Gevoelens van schaamte en angst kunnen aanwezig zijn. Bekkenfysiotherapeuten zien na een RPE of een TURP klachten zoals: urine incontinentie bij buikdruk verhogende momenten (stress incontinentie), urineverlies bij aandrang (urge incontinentie), het nadruppelen en seksuele problemen.

 

De behandeling van klachten door de bekkenfysiotherapeut

De cliënt wordt vaak, voordat de operatie plaatsvindt, al een paar keer gezien door de bekkenfysiotherapeut. De therapie begint met een uitgebreide anamnese (intake) en er wordt informatie gegeven over de operatie en postoperatieve fase, de functie van de bekkenbodem, de toilethouding en het toiletgedrag. Hierna volgt het bekkenfysiotherapeutisch onderzoek. Er wordt advies gegeven over het drinken, plassen en het omgaan met buikdruk.

Mocht er na de operatie sprake zijn van incontinentie en/of  erectie klachten dan kan de therapie vervolgd worden. Na de intake en het onderzoek volgt het behandelplan om de bekkenbodem zo optimaal mogelijk te laten functioneren in het dagelijks leven. Er wordt een oefenprogramma gemaakt met betrekking tot bewustwording, coördinatie, uithoudingsvermogen en kracht van de bekkenbodem afgestemd op de individuele cliënt. De oefeningen kunnen ondersteund worden met myofeedback (EMG) zodat er een duidelijke feedback naar de patiënt gegeven kan worden voor de optimale functie van de bekkenbodem. Alleen de informatie over de bekkenbodem en de bekkenbodemfunctie heeft al een positieve invloed op het continentieproces.

 

Seksualiteit en intimiteit na verwijdering van de prostaat vanwege prostaatkanker

Het is duidelijk dat communicatie een belangrijke rol speelt bij het vinden van een nieuwe balans in de relatie en het omgaan met veranderingen op het gebied van intimiteit en seksualiteit. Prostaatkanker kan grote invloed hebben op de kwaliteit van leven van de cliënt en zijn partner. Aanvankelijk zal de cliënt misschien merken dat zijn hoofd niet naar dit onderwerp staat in de periode rondom de operatie. Na de operatie is het oplossen van de eventuele incontinentie heel belangrijk, maar na verloop van tijd kan er meer behoefte zijn aan informatie over intimiteit en seksualiteit. Dit kan binnen de bekkenfysiotherapeutische setting ter sprake worden gebracht. Indien daar behoefte aan is kan de partner daarbij worden betrokken.