Hernia (Hernia Nuclei Pulposi)

Hernia is een rugaandoening die ook bekend is onder de naam hernia nuclei pulposi. Bij deze aandoening is er sprake van een beschadiging van de tussenwervelschijven. Deze beschadigingen treden het meest op in het onderste derde deel van de rug (de lumbale wervelkolom). Dit omdat er vaak op deze plek van de wervelkolom de grootse krachten komen te staan.

Hernia is een aandoening die in Nederland veel voorkomt. Het meest komt de klacht voor bij mensen met een niet stabiele rug. Dit houdt in dat de rug niet stevig genoeg is, doordat de omringende musculatuur in een slechte conditie verkeert. In het algemeen is dit het geval bij mensen die passief werk verrichten, zoals bijvoorbeeld veel werken met computers. De klacht komt ook veel voor bij mensen die de rug verkeerd en/of te zwaar belasten. Dit proces van overbelasting kan geleidelijk verlopen. Zo kan iemand jaren de rug slecht belasten en hiervan pas op lange termijn de gevolgen van merken. De klachten uiten zich dan in de vorm van een Hernia of bijvoorbeeld een A-specifieke lage rugklachten. Hernia is een specifieke rugklacht er is namelijk een aanwijsbare specifieke lichamelijke oorzaak.

Wat is een hernia?
Om te weten wat een hernia is moet men eerst op de hoogte zijn van de anatomische bouw van de wervelkolom. De wervelkolom is een aaneenschakeling van wervels. Deze wervels staan niet boven op elkaar, er zitten schijven tussen. Dit zijn de tussenwervelschijven. Een tussenwervelschijf is een flexibele schijf die bestaat uit twee ringen. Een buitenste ring en een binnenste ring (nucleus pulposus). Deze binnenste ring wordt ook wel de kern genoemd. De buitenste ring is het sterkst en dient als een soort wand voor de gel- achtige binnenkant. De buitenste ring bestaat uit verschillende banden die tegen elkaar aanliggen. In het midden van deze banden zit de binnenste ring van de tussenwervelschijf. Deze bestaat uit een gel-achtige substantie. Bij schokken geven de tussenwervelschijven mee met de beweging. De binnenste ring geeft mee en wordt als het ware ineen geperst. De buitenste wervelschijf geeft ook mee maar in mindere mate. Hierdoor wordt bij belasting de wervelschijf dunner en breder/platter. Op deze manier vangen de tussenwervelschijven de belasting en de schokken op.

Bij een hernia is de buitenste ring van de tussenwervelschijf beschadigd of zelfs helemaal kapot. Hierdoor kan de binnenste kern, de nucleus pulposus, van de tussenwervelschijf naar buiten uitpuilen. Dit wordt Hernia Nuclei Pulposi genoemd.
Dit kan op twee manieren. De eerste manier is dat de buitenste ring nog niet helemaal kapot is. In dit geval kan de binnenste kern niet naar buiten vloeien en zet de tussenwervelschijf alleen maar aan de beschadigde kant uit. Bij de tweede vorm is de buitenste ring volledig doorgebroken en kan de kern naar buiten vloeien. Door het uitstulpen of het naar buitenvloeien van de kern kan de tussenwervelschijf tegen de uit de wervelkolom lopende zenuwen aanduwen.

Symptomen
Doordat er een zenuw geprikkeld wordt kan dit tot gevolg hebben dat de persoon tintelingen en pijnen voelt in de gebieden die door deze zenuwen worden geïnnerveerd. In het ergste geval kan het zelfs zo erg zijn dat er uitval van de desbetreffende gebieden plaatsvindt. Onder deze gebieden vallen vaak de benen en gedeeltes van de rug.

Diagnostiek
De diagnose kan worden vermoed door een aantal verschijnselen:
• meestal is er pijn in de rug.
• wortelprikkeling van een of meer uittredende zenuwen, die zich meestal uit door uitstralende pijn in een been tot beneden het niveau van de knie.
• de pijn wordt erger als er aan de betreffende zenuw getrokken wordt, b.v. door het op de rug liggend gestrekt optillen van het betrokken been (proef van Lasègue).
• verminderde spierrekkingsreflexen in het aangedane segment (bij een hernia van de 5e lendenwervel b.v. vaak een verlaagde kniepeesreflex.
• het wordt vaak erger bij Hoesten, Niezen en/of Persen (HNP).
• MRI scan (magneet scan). In de meeste gevallen zal het mogelijk zijn om met een MRI de diagnose hernia te stellen, want met de MRI wordt de hernia zichtbaar, alsook de beknelling van de zenuwwortel.

Oorzaken
De oorzaak van een hernia is dat de tussenwervelschijf beschadigd raakt. Dit kan door meerdere factoren veroorzaakt worden. De meest voorkomende factor is dat men de rug op een verkeerde manier belast. Door een verkeerde belasting kan de wervel een te hoge belasting te verduren krijgen en barsten. Deze verkeerde belasting vindt vaak plaats bij het verkeerd tillen of oppakken van zware voorwerpen.
Een andere manier is dat iemand zijn rug gedurende het dagelijks leven op een verkeerde manier belast. Dit kan zijn door verkeerd te staan of te zitten tijdens het werk of omdat men een verkeerde houding aanneemt. Hierdoor kan de tussenwervelschijf slijten en op den duur zelfs barsten. Dit gebeurt vaak door een provocerende factor op dat moment. Bijvoorbeeld een flinke niesbui of het tillen van een voorwerp of een andere manier waardoor de druk op de wervels plotseling kan toenemen.

Epidemiologie
In Nederland krijgen ieder jaar tussen de 60.000 en 75.000 mensen voor het eerst last van uitstralende beenpijn, veroorzaakt door een hernia ( Incidentie: 5 per 1000 inwoners) . Uiteindelijk worden van deze meer dan 60.000 mensen ongeveer 11.000 patiënten geopereerd

Behandeling
Voorafgaande aan de behandeling worden vaak eerst röntgen foto’s en of een MRI gemaakt om te kijken waar de hernia zit en hoe ernstig deze is.
De behandeling van een hernia begint vaak met een periode van relatieve rust. Uit een in 1998 gehouden onderzoek in Maastricht bleek dat bedrust niet helpt voor herstel van de beenpijn. In dit onderzoek werd een groep patiënten die slechts kort beenklachten hadden geloot voor een bedrustbehandeling, terwijl de andere groep vrij mocht bewegen. Er was geen verschil in effect, zodat tegenwoordig geen bedrust meer wordt voorgeschreven. Bedrust kan natuurlijk wel tijdelijk de beenpijn verlichten.
Ingeval de klachten lang duren of er geen verbetering komt kan worden besloten tot operatief ingrijpen. Dit is een operatieve verwijdering van de binnenste kern van de tussenwervelschijf. Het voordeel van de tweede manier van behandelen is dat de duur vele malen korter is. De operatie neemt, met voorbereiding, niet meer dan een paar dagen in beslag. Daarbij mag de patiënt direct na de operatie zijn of haar rug weer volledig belasten.
De derde manier van behandelen is een injectie in de binnenste kern van de tussenwervelschijf. Door deze injectie lost de kern op en neemt de druk op de zenuwen af. Deze laatste manier van behandelen wordt echter niet vaak gebruikt. Dit omdat er de kans bestaat dat er stukken van de kern kunnen achterblijven die later toch nog klachten kunnen veroorzaken. Ook bij deze manier van behandelen is rust een vereiste. Echter niet zo lang als bij de eerste manier van behandelen.
De meeste onderzoeken wijzen echter uit dat na een langere periode (>1jaar) het verschil in mate van herstel tussen een conservatief behandelde rug met een operatieve minimaal is. Vandaar dat er naast de periode van minimaal 6 tot 8 weken voor het beslissen tot een operatie nog twee soorten operatie-indicaties zijn:

– Absolute operatie-indicatie. Hiermee wordt bedoeld dat er ernstige of snel opgetreden uitvalsverschijnselen zijn van de zenuw of een groep zenuwen. Bijvoorbeeld bij ernstige verlammingsverschijnselen van spiergroepen van de benen, of bij verlies van controle over de urineblaas, dit laatste ten gevolge van beknelling van de cauda.

– Relatieve operatie-indicatie. Dat is het geval als de patiënt zo veel last heeft van pijn, dat hij/zij hierdoor niet meer goed kan functioneren. Het (subjectieve) klachtenpatroon geeft dan de doorslag, omdat het de patiënt zelf is die aan geeft “dat het zo niet verder kan”. In de meerderheid van de gevallen, dat wordt overgegaan tot operatie van een hernia gaat het om patiënten die kampen met aanhoudende en/of onverdraaglijke pijn in het been.

Fysiotherapie
Alle drie de manieren van behandelen worden gevolgd door een intensieve periode van fysiotherapie. De fysiotherapie is  voornamelijk gericht op core stabilitie. Hierbij gaat het om het verbeteren van het spierkorset van de rug, maar ook de aansturing hiervan, zodat de gehele wervelkolom (rug/nek) zo stabiel mogelijk wordt. Dit kan door middel van spierversterkende oefeningen die de patiënt zelf kan uitvoeren. Met daarnaast ook het beoefenen van fitness en functionele oefeningen op fysiotherapeutische basis. Hierdoor moet de belastbaarheid van de rug toenemen, maar ook de mobiliteit, stabiliteit en coördinatie worden zo verbeterd. De therapie gaat tevens gepaard met adviezen over hoe de patiënt in het vervolg het beste met zijn rug om kan gaan. Dit houdt in dat de patiënt advies krijgt over de manier van zitten, staan, tillen en hoe hij of zij zo goed en verantwoord mogelijk zijn werk kan uitvoeren.

Als laatste een paar misvattingen over Hernia;
In het gerenommeerde vakblad Spine (Vol. 29 nr.16 pag. 1818-1822) worden de volgende beweringen ontkracht:
1. Als er een hernia is vastgesteld is een operatie altijd noodzakelijk.
2. Op röntgenfoto’s, CT en MRI kun je altijd de oorzaak van de pijn zien.
3. Bij rugpijn moet je het kalm aan doen tot de pijn over gaat.
4. Rugpijn komt meestal van een ongeval of zwaar tillen.
5. Rugpijn leidt meestal tot invaliditeit.
6. Iedereen met rugpijn moet een röntgenfoto laten maken.
7. De belangrijkste behandeling is bedrust.