Discitis (ontsteking van de tussenwervelschijf)

Een discitis is een ontsteking van een of meerdere tussenwervelschijven. Een discitis valt onder specifieke rugklachten. Het is dus duidelijk wat de oorzaak ervan zou kunnen zijn. Meestal komt een discitis voor na een operatie aan een van de wervels. De tussenwervelschijf wordt dan zodanig geïriteerd dat er ontstekingswaarschijnselen ontstaan.

Symptomen
• Hoofdpijn
• Duizeligheid
• Pijn in de borst
• Pijn tijdens een specifieke beweging
• Compensatie gedrag (het vermijden van bepaalde bewegingen)
• Rugpijn
• Ischias (beknelling van de zenuw ischiadicus)

Diagnostiek
Als men vermoedt dat er een aandoening aan de wervelkolom is (met name een discitis), wordt er in de meeste gevallen een bot-scan gebruikt om aandoeningen aan te tonen of uit te sluiten. Met een botscan, ook wel skelet-scintigrafie genoemd, kunnen verschillende soorten aandoeningen van het skelet worden afgebeeld. Hierbij wordt een kleine hoeveelheid radioactieve stof in een bloedvat gespoten, meestal van de arm. Daarnaast kan ook de doorbloeding van het skelet worden beoordeeld en worden bekeken of er ontstekingsactiviteit is.

Risicofactoren
• Lichaamshouding, lichaamsbouw, lichaamsgewicht
• Stressfactoren
• De algehele conditie en de lokale (spier)conditie
• Omgaan met pijn: Uit onderzoek blijkt steeds weer dat de manier waarop iemand omgaat met de pijn invloed heeft op het herstel

Epidemiologie
Uit schattingen blijkt dat ongeveer 60-90% van de bevolking ooit last krijgt van lage-rugpijn. Jaarlijks komt lage-rugpijn voor bij ongeveer 5% van de bevolking. In een huisartsenpraktijk is dit ongeveer 3% van alle patiënten per jaar. Voor fysiotherapeuten is ‘lage-rugpijn’ de meest voorkomende verwijsdiagnose: 27% van alle patiënten die de fysiotherapeut bezoekt heeft lage-rugpijn.

Behandeling
In de meeste gevallen is rust samen met medictatie de beste behandeling voor patiënten met een discitis. De medicijnen die worden voor geschreven voor discitis zijn meestal ontstekingsremmers. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
• niet steroïde-ontstekingsremmers: aspirine, diclofenac, diflunisal, fenoprofen, fenylbutazon, flurbibrofen, ibuprofen, indometacine, ketoprofen, nabumeton, naproxen, piroxicam, sulindsac en tolmetine
• steroïde-ontstekingsremmers: prednison, triamcinolon
Voor meer informatie over ontstekingsremmers kunt u naar de website: http://www.ontstekingsremmers.nl gaan.

Taak/toegevoegde waarde fysiotherapeutische behandeling
De fysiotherapeut kan zich richten op:
Ontspanningstherapie:
Deze therapie vorm is er om te zorgen dat de patiënt zelf leert om te gaan met de spanning in zijn of haar lichaam. Het is vaak zo dat een patiënt niet weet hoe hij of zij zichzelf goed en effectief kan ontspannen.
Ontspanning heeft als gevolg dat de spieren van de rug gedurende een korte dan wel langere tijd minder aangespannen wordt. Dit heeft als effect dat de doorbloeding in de spier kan toenemen. Dit heeft op zijn beurt weer het effect dat de afvalstoffen in de spier kunnen worden afgevoerd en de voedingsstoffen kunnen worden aangevoerd. Daarnaast heeft ontspanning ook effect op het geestelijke niveau. Ontspanning neemt vaak een soort gevoel van rust met zich mee. Ook dit kan een positief effect op de patiënt hebben.
De ontspanningstherapie kan zich toespitsen op het gehele lichaam maar ook op een bepaald gedeelte van het lichaam.

Spierversterkende therapie:
Spierversterkende therapie / oefeningen zijn bedoeld om de spieren zodanig te versterken dat zij meer aankunnen tijdens het dagelijks leven. Zo maak je de belastbaarheid van de spieren groter. Hierdoor kan de persoon meer aan zonder last te krijgen van de desbetreffende spier. Ook worden er spieren getraind die bepaalde functies kunnen overnemen of kunnen ondersteunen.

Deze twee therapie soorten staan in het belang om een recidief ( een tweede discitis ) te voorkomen.

Voor meer uitgebreide informatie verwijzen wij u naar:
www.orthopedie.nl