Bursitis

Een bursitis is een ontsteking van een slijmbeurs. Slijmbeursen komen voor in gewrichten teneinde het bewegen van pezen en spieren over over het onderliggende bot te vergemakkelijken. De grootste bursa’s liggen op of rond de pezen van de grote gewrichten zoals de elleboog, de heup, de schouder en de knie. Bursitis komt voor in de shouder (bursa subdeltoïdea), in de elleboog (de bursae bij het olecranon), in de heup (bij de trochantor major), in het bekken (bij de tuber ischiadicun) en in de knie (de bursa prepatellaris). De meest voorkomende slijmbeursontsteking ten gevolge van overbelasting is die van de zogenaamde bursa subdeltoïdea (ook wel de bursa subacromialis genoemd) op de schouder. Om die reden wordt in dit stuk de schouder besproken.

De schouder bestaat uit drie botstukken, de scapula (schouderblad), de humerus (bovenarm) en de clavicula(sleutelbeen)(fig.1). Er zijn een aantal belangrijke banden (ligamenten) rondom het schoudergewricht. Banden (ligamenten) zijn bindweefsel structuren welke beenderen verbinden. Het gewrichtskapsel van de schouder wordt gevormd door een groep van ligamenten welke de humerus (bovenarm) verbinden met het glenoïd (de kom van het schouder gewricht) van de scapula (sleutelbeen). De volgende laag rondom het gewrichtskapsel bestaat uit spieren en pezen. De pezen van vier spieren vormen het rotator manchet. De spieren zijn de supraspinatus, de infraspinatus, de teres minor en de subscapularis. De pezen zitten vast aan het bot. Spieren zijn in staat om botstukken te bewegen door via de pezen aan de botstukken te trekken.

In het schoudergewricht bevinden zich enkele slijmbeurzen (bursae). Deze slijmbeurzen (bursae) bevinden zich op plaatsen waar wrijving kan optreden door bewegingen. Bewegingen van pezen of spieren moeten met zo min mogelijk wrijving kunnen plaatsvinden. Een slijmbeurs is gevuld met een dun laagje smeervloeistof. Het functioneert als een soort rollagertje. Een slijmbeurs is een soort stootkussentje. Op tientallen plaatsen in het lichaam vindt men
dergelijke slijmzakjes. Deze slijmbeurzen kunnen ontsteken als zij bijvoorbeeld overbelast raken, waardoor een zeer pijnlijke aandoening ontstaat. Een bursitis is een ontsteking van een slijmbeurs dat zich bevindt op de plaats van de aanhechting van een pees op het bot. De structuren die aan weerszijden van de slijmbeurs liggen kunnen daardoor met een minimale wrijving bewegen. Een ontsteking van een slijmbeurs (bursa) kan in enkele dagen ontstaan (acuut) of een zeer langzaam (chronisch) verloop hebben.

Symptomen
Belangrijkste verschijnselen zijn pijn en een gestoorde functie. De pijn kan ontstaan of toenemen o.a:
• Bij het bewegen van de arm van het lichaam af (abductie) waardoor de slijmbeurs knelt
• Bij het opzij bewegen van de arm, vanaf ongeveer 60° – 130°
• Het spannen van de spier die de arm opzij beweegt. Door het bewegen kan de bursa klem komen te zitten.
• Het liggen op de arm

Acute bursitis subdeltoidea (subacromialis):
De acute bursitis subdeltoidea word gekenmerkt door zeer sterke, felle en onaangename pijn rond de schouder. Tevens is er, binnen enkele dagen, sprake van pijn uitstralende pijn in de boven- en onderarm.
– Het zijwaarts heffen van de arm is praktisch niet mogelijk in verband met een vermoeid aanvoelende arm en verlammende pijn.
– De beweging van de arm achter de rug is eindstandig beperkt en pijnlijk
– De beweging naar buiten van de onderarm met een 90 graden gebogen elleboog met de bovenarm tegen het lichaam is eindstandig pijnlijk en beperkt.

De chronische bursitis subdeltoidea (subacromialis):
– Het meest kenmerkende is wel het langzame steeds in toenemende mate erger wordende (progressieve) karakter van de pijn en van de bewegingsbeperkingen in de eindstanden.
– Pijn wordt meestal gevoeld aan de buitenkant (lateraal),voorkant (ventraal) van de bovenarm en kan gevoeld worden tot halverwege de bovenarm.
– Vaak is er tijdens het heffen van de arm een middenfase waarin de pijn komt en vervolgens als de arm bijna helemaal gestrekt weer verdwijnt (het pijnlijke van de beweging word wel de “painfull arc” genoemd). Wanneer er met gestrekte armen van onder naar boven word bewogen begint bij 60° de pijn en bij 130° zwakt die pijn weer af (tussen de 60° en 130° is het midden van de opwaartse beweging van de armen).

Diagnose
De diagnose ‘bursitis’ kan meestal worden gesteld na een lichamelijk onderzoek door de arts. Er kan vocht uit de zwelling worden afgenomen voor onderzoek wanneer het vermoeden bestaat dat er sprake is van een infectie. Wanneer men denkt dat het gewricht zelf of het onderliggende bot ook ontstoken is, moet uiteraard aanvullend onderzoek verricht worden. Deze complicatie treedt echter zelden op.

Een test om een bursitis aan te tonen is de “painful arc”

In figuur rechts maakt een persoon zelf deze beweging waarbij tussen circa de 60 en 130 graden een passage pijn (impingement) gevoeld kan worden.

Als deze beweging passief wordt uitgevoerd door een arts of therapeut (in dit geval hoeft de patiënt de arm niet zelf op te tillen) en er wordt eveneens pijn gevoeld in dit traject dan zal er eerder sprake zijn van een bursitis (slijmbeursontsteking) dan van een tendinitis (peesontsteking) van het schoudergewricht.

Oorzaken
Elke keer als de arm geheven wordt kan er wrijving ontstaan doordat de pees (van de spier m. supraspinatus) ingeklemd word. Dit inklemmen, wordt impingement genoemd. Impingement treedt, in verschillende gradaties, op in elke schouder. Het wordt veroorzaakt door de alledaagse bewegingen van de arm boven schouderhoogte. Bij alledaagse bewegingen van de arm boven schouderhoogte, of boven het hoofd, kun je denken aan repeterende acties als een bal gooien, schilderen etc. Continue werken met de armen boven schouderhoogte kan ertoe leiden dat er impingement optreed, en klachten ontstaan.
Een overbelasting of een trauma kan leiden tot een bursitis. Soms ontstaat bursitis na een gedwongen periode van rust.

Bursitis ontstaat voornamelijk door aanhoudende wrijving, stoten of druk.
De ontsteking komt regelmatig voor in combinatie met een peesontsteking. Als er een peesontsteking aanwezig is zijn er ontstekingsverschijnselen aanwezig. Één van de verschijnselen is dat er een zwelling optreedt. Door de zwelling kunnen andere structuren ingeklemd raken. Hierdoor ontstaat irritatie in de omliggende structuren.

Wat u zelf kunt doen
U kunt het beste de eerste 2 dagen rust houden met de aangedane arm, maar geen absolute rust. U kunt uw arm en schouder bewegen, beweeg uw arm niet verder dan het punt waarop er pijn optreed. U kunt pendelbewegingen maken (figuur rechts) om ontspanning in de schouder/arm te verkrijgen. De arm niet boven de 90° bewegen en niet op de aangedane zijde slapen. Dit om inklemming te voorkomen.

Behandeling
Injectie
Het komt voor dat een afwachtend beleid (dat wil zeggen rust nemen en afwachten), ondersteund met pijnmedicatie, onvoldoende blijkt. Op dat moment kan er gekozen worden voor een lokale injectie in de bursa met een verdovend en ontstekingsremmend middel (corticosteroid -ontstekingsremmer).
Als u een injectie hebt gekregen dan is het verstandig om niet op de arm te gaan slapen en om niet boven de 90° met de arm te bewegen.
Negatieve effecten van een injectie kunnen zijn:
• Pijnlijke Branderigheid (ontstekingsreactie op het infiltraat na de injectie)
• Huidatrofie
• Hypopigmentatie (een stukje huid wat (tijdelijk) minder bruin word als het in de zon komt)
• Onderhuidse vetatrofie
• Peesruptuur (scheuring): door infiltratie direct in peesweefsel.
• Infectie
• Gevoel van zwakte (flauwvallen): door angst en pijn
• Blozen (gezicht)
• Bij suikerziekte: voorbijgaande hyperglycemie

Bijwerkingen van corticosteroïdinjecties zijn meestal mild, maar kunnen als lastig worden ervaren.

Operatie
Als bovenstaande therapie en ook fysiotherapie geen resultaat hebben gegeven, kan de schouder in aanmerking komen voor een operatie. Het doel van de operatie is het vergroten van de ruimte tussen het acromion en de pezen van de rotator manchet. De chirurg moet eerst de botsporen onder het acromion verwijderen, die tegen de pezen en de bursa aanschuren. Normaal gesproken verwijdert de chirurg een klein gedeelte van het acromion om de pezen meer ruimte te geven. Het komt vaak voor dat er een degeneratie door artrose te zien is van het AC-gewricht (het AC-gewricht is het gewricht wat gevormd word door het sleutelbeen en het bovenste gedeelte van de schouder). Als er een reden is dat er artrose is in het AC-gewricht, kan het uiteinde van sleutelbeen (clavicula) verwijderd worden. Deze operatie wordt de resectie arthroplastiek genoemd. Hierbij wordt de laatste inch (1 inch = 2.54 cm) van het sleutelbeen verwijderd. Het idee hierachter is om de pijn veroorzaakt door bot op bot wrijving te stoppen. Het littekenweefsel wat hierna gevormd wordt, vormt een stabiele, flexibele verbinding tussen het sleutelbeen en het acromion. Dit wordt ook wel een pseudo-gewricht genoemd. In de meeste gevallen worden de operatie arthroscopisch verricht. Soms is een open schouder operatie noodzakelijk

Revalidatie
Revalidatie na een operatie kan een langzaam proces zijn. Er zal enige maanden fysiotherapie moeten worden doorlopen, voordat er volledig herstel optreedt. De schouder zo snel mogelijk weer bewegen is een van de belangrijkste opties. Dit moet echter wel in een uitgebalanceerd revalidatieprogramma gedaan worden om het herstel van de weefsels te waarborgen. De therapie kan na een arthroscopische ingreep snel gaan. Het belangrijkste is om niet te veel te snel te doen. Dit om irritatie van het genezende weefsel te voorkomen. Mocht er sprake zijn van een operatie aan de spieren of pezen, dan zal de therapie langzamer verlopen. Er zal begonnen worden met passieve oefentherapie (patiënt doet niets) wat daarna overgaat in geassisteerd actief (patiënt werkt mee) tot actief (patiënt doet alles zelf). Na een aantal weken is het weefsel hersteld en kan er begonnen worden met de echte spierkrachttraining. Het accent van de oefeningen ligt op het versterken en verbeteren van de coördinatie (controle) van de rotator cuff spieren. In het laatste stadium zal er werksituatie gericht en sportspecifiek geoefend worden.

Fysiotherapie
De fysiotherapeut kan u helpen de klachten te verminderen. Hierbij kunt u o.a. denken aan een stukje voorlichting. De fysiotherapeut kan diverse middelen gebruiken om de pijn te verminderen. De therapeut gebruikt een actieve aanpak van het probleem. Door middel van stretchen van de spieren en het kapsel rond het schoudergewricht, alsmede het versterken van met name de rotator manchet, zal geprobeerd worden weer het volledige bewegingsbereik te herstellen. Naast het herstellen van de kracht zal ook de coördinatie een belangrijke rol spelen. Deze combinatie laat u de kop van de bovenarm weer goed in de kom bewegen zonder dat de pezen of de slijmbeurs (bursa) worden geïrriteerd of klem komen te zitten. De fysiotherapeut maakt voor u, indien noodzakelijk, een persoonlijk revalidatieprogramma om de kracht en de mobiliteit rondom de schoudergordel weer optimaal te maken. Zie oefeningen van het ziektebeeld frozen shoulder.

Voor meer uitgebreide informatie verwijzen wij u naar:
www.shoulderdoc.co.uk/