Discopathie

Het woord discopathie komt van het woord discus. Een discus is een tussenwervelschijf. Dit is een schijf van kraakbeen met een zachte kern. Deze schijf zit telkens tussen twee wervels in, en zorgt ervoor dat de wervels vloeiend ten opzicht van elkaar kunnen bewegen. Als deze schijf veroudert, heet dat ´discopathie´. Als deze schijf uitpuilt, noemen we dat een hernia.

Tijdens ons volwassen leven ontstaat er een veroudering van alle weefsels in ons lichaam. In de rug uit zich dat in het uitdrogen van een of meerdere tussenwervelschijven. We spreken dan van een discopathie. De rug verliest hierdoor zijn stabiliteit.

Symptomen
• Instabiliteit
• Klachten bij statische belasting zoals: zitten, langdurig staan, enz
• Pijn, de pijnklachten worden veroorzaakt door de zenuweindjes op de achterwand van de tussenwervelschijf, maar ook door een eventuele beknelling van een zenuw
• Overbelastingverschijnselen van de onderrugspieren
• Stijfheid bij het opstaan
• Uitstralende pijn/tintelingen richting het onderbeen of richting de armen
• Moeite met bepaalde bewegingen/activiteiten zoals tillen
• Beperkt in het buigen van de rug

Diagnostiek
Zodra de bovengenoemde symptomen aanwezig zijn, is er een indictatie mogelijk dat de patiënt een discopatie heeft.
De arts stelt de diagnose meestal aan de hand van een Röntgenfoto vast. Mochten er meer compicaties (nevenpathologiën) aanwezig zijn bij een patiënt waardoor de röntgenfoto een verminderde kwaliteit heeft, kan er een MRI scan worden gemaakt.

Risicofactoren
• veel tillen in combinatie met draaiende bewegingen (met name met gestrekte benen/knieën)
• lang in één houding blijven zitten of staan (op het werk, thuis)
repeterend werk doen
• plotselinge hevige inspanningen verrichten
• blootgesteld zijn aan veel trillingen
• overgewicht hebben
• roken
• last hebben van depressiviteit
• te weinig lichaamsbeweging hebben

Epidemiologie
Uit schattingen blijkt dat ongeveer 60-90% van de bevolking ooit last krijgt van lage-rugpijn. Jaarlijks komt lage-rugpijn voor bij ongeveer 5% van de bevolking. In een huisartsenpraktijk is dit ongeveer 3% van alle patiënten per jaar. Voor fysiotherapeuten is ‘lage-rugpijn’ de meest voorkomende verwijsdiagnose: 27% van alle patiënten die de fysiotherapeut bezoekt heeft lage-rugpijn.

Behandeling
Raadpleeg uw fysiotherapeut.

Taak/toegevoegde waarde fysiotherapeutische behandeling
De fysiotherapeut kan zich richten op:
Ontspanningstherapie:
Deze therapie vorm is er om te zorgen dat de patiënt zelf leert om te gaan met de spanning in zijn of haar lichaam. Het is vaak zo dat een patiënt niet weet hoe hij of zij zichzelf goed en effectief kan ontspannen.
Ontspanning heeft als gevolg dat de spieren van de rug gedurende een korte dan wel langere tijd minder aangespannen wordt. Dit heeft als effect dat de doorbloeding in de spier kan toenemen. Dit heeft op zijn beurt weer het effect dat de afvalstoffen in de spier kunnen worden afgevoerd en de voedingsstoffen kunnen worden aangevoerd. Daarnaast heeft ontspanning ook effect op het geestelijke niveau. Ontspanning neemt vaak een soort gevoel van rust met zich mee. Ook dit kan een positief effect op de patiënt hebben.
De ontspanningstherapie kan zich toespitsen op het gehele lichaam maar ook op een bepaald gedeelte van het lichaam.

Spierversterkende therapie:
Spierversterkende therapie / oefeningen zijn bedoeld om de spieren zodanig te versterken dat zij meer aankunnen tijdens het dagelijks leven. Zo maak je de belastbaarheid van de spieren groter. Hierdoor kan de persoon meer aan zonder last te krijgen van de desbetreffende spier. Ook worden er spieren getraind die bepaalde functies kunnen overnemen of kunnen ondersteunen.

Voor meer uitgebreide informatie verwijzen wij u naar:
http://aanhoudenderugklachten.web-log.nl/aanhoudende_rugklachten/discopathie/index.html